Mantelzorger in de Ted de Braak show

“Op het paadje naast ons huis liet ze, beschut tussen de bomen, haar tranen de vrije loop. Zodra ze het bruggetje bereikte, veegde ze haar tranen weg. Ze moest weer door. Er was geen ruimte om het niet te doen. Om niet te zorgen.”

Tien jaar lang was mijn moeder mantelzorger voor mijn oma met Alzheimer. Ik zag hoe ze balanceerde als moeder in een gezin van zes personen, als mede-ondernemer met mijn vader, als schoondochter van mijn oma die ze zo liefhad. Maar die de nodige zorg met zich meebracht. Omdat ze met haar hoofd in de wolken liep. Meestal was oma aandoenlijk lief, soms ontstemd omdat ze niet betutteld wilde worden.

Mijn moeder deed me regelmatig denken aan een deelnemer van de Ted de Braak show. Staand onder de stokken die één voor één naar beneden vielen. Je wist dat ze kwamen. Alleen welke stok kwam eerst en was je op tijd? Als ik als kind op vrijdagavond, tussen mijn broer en zussen in, met een gevulde koek op de bank naar het NCRV-programma keek, wilde ik niets anders dan daar op het podium staan. Om al die huisraad te winnen: een radio, een wasmachine… Wat een rijkdom. Mijn moeder probeerde dagelijks stokken te vangen. Ze wist nooit welke zou vallen en wanneer. Er was geen prijs te winnen.

Ik zag de vermoeidheid als ze na een dag met oma via de telefoon, de andere familieleden op de hoogte bracht. Het werd pas echt heftig toen mijn broer een auto-ongeluk kreeg en mijn vader in dezelfde periode door zijn rug ging. Daarmee stond ze ook aan het stuur van het bedrijf. Want… het gaat altijd door. Dat was het moment waarop het rondje met de hond haar uitlaatklepwerd en de wandeling door het paadje het moment om even niet sterk te zijn. Ik geloof dat de klap pas later kwam, toen oma al lang overleden was.

Toen ik zelf in bed terecht kwam en tien weken moest platliggen met een baby en een twee jarig hummeltje in huis, waren het mijn ouders die een deel van de zorg op zich namen. Zorgen zit in hun natuur. Mijn vriend noemt het zelfs ‘de Turkstra ambulance’ als mijn ouders weer eens te hulp schieten.

Mijn moeder was mijn grootste pleitbezorger toen ik met Vraagelkaar begon. Ze had aan den lijve ondervonden dat je niet alles moet doen. En zo stond ik op de dag van de Mantelzorg in 2011 op het podium het verhaal van mijn moeder te vertellen: Als je je vragen deelt, heb je kans dat er wat gebeurt. En als je graag wilt dat er iets aan jouw situatie verandert, begint het met een vraag. Maar er kwam weerstand uit de zaal. Een vermoeide mantelzorgster vertelde dat het haar plicht was als echtgenote om zelf de zorg op zich te nemen. Haar kinderen waren al zo druk. Die kon ze echt niet vragen om ook te helpen. Kortom: Vragen was geen optie. Toen stond mijn moeder op. Middenin de bomvolle zaal nam zij het woord. Als ervaringsdeskundige legde ze feilloos uit dat deze denkwijze niemand sterker maakt. ‘Vragen helpt!’, pleitte ze. Ze wilde dat ze het destijds meer had gedaan. Het had gescheeld.

Regelmatig vraag ik mantelzorgers hoe vaak ze anderen om steun vragen en hoe vaak ze denken: ‘Ik doe het zelf wel even snel’. Het antwoord? De meeste doen het zelf. Natuurlijk gaat het sneller en precies zoals je wilt, als je het zelf doet. Maar is het verstandig?

Ik perste elke dag verse sinaasappelen in ons gezin. Ik ben er tien minuten mee bezig. Geen probleem zou je zeggen. Dat pers ik er wel even tussendoor. Op een dag vroeg ik mijn zoontjes om te helpen. De eerste dag duurde het een half uur en zat de helft van het sap nog in de schil. De tweede dag duurde het al korter en zat er zowaar meer sap in de kan. Inmiddels maakt het niet meer uit wie het doet.

Natuurlijk kun je vragen. Het is een kwestie van gewoon doen!

Janet Turkstra, oprichter Vraagelkaar.nl

Vergelijkbare berichten