Pas op voor ‘reddersgedrag’, schrijft Janet Turkstra van vriendschapsplatform Vraagelkaar.nl in Trouw.
Dat eenzaamheid vooral onder ouderen een groot probleem is, is de afgelopen Week van de Eenzaamheid opnieuw geconstateerd. Zo op het eerste gezicht lost vrijwilligerswerk veel problemen op. Wat adviseer je iemand die te veel tijd heeft en waardevol contact en zingeving in zijn leven mist? ‘Doe vrijwilligerswerk.’
Mantelzorgers en professionals worden ontlast, want met de komst van de vrijwilliger is er aandacht voor de eenzame medemens. Het stimuleren van vrijwilligerswerk is volgens Maarten van Ooijen dan ook een manier om eenzaamheid aan te pakken. Dat schreef de demissionair staatssecretaris van volksgezondheid, welzijn en sport in het Actieprogramma 2022-2025. En inderdaad: het lijkt een ideale oplossing.
Maar is dat wel zo? Niet als het een vrijwilliger betreft die bij de ander probeert op te lossen wat in zijn eigen leven misgaat. Niet als de vrijwilliger het werk doet om een gebrek aan eigen warme contacten te compenseren of om zo toch het gevoel te hebben van betekenis te zijn. Dat is lang niet bij alle vrijwilligers het geval, maar het risico op zulk compensatiegedrag bestaat, omdat vrijwilligerswerk reddersgedrag kan aanwakkeren.
Dat kan voor de reddende vrijwilliger zelf slecht uitpakken. Een vrouw van in de zeventig liet mij, via het vriendschapsplatform dat ik oprichtte, weten altijd voor anderen gezorgd te hebben, voor haar moeder, haar buren en als vrijwilliger in het verzorgingshuis. Maar uiteindelijk is er niemand die naar haar omkijkt. Ze heeft nooit geleerd hoe je een gelijkwaardige relatie aangaat en onderhoudt. Sterker nog: ze had geen idee dat ze vanuit de redderspositie de ongelijkheid ten opzichte van de ander onderstreepte en daarmee de eenzaamheid bij de ander versterkte.
Want ook dat gebeurt. Een bijna zeventigjarige vrouw vertelde mij dat ze zich door zo’n reddende vrijwilliger nog eenzamer voelde: “Door mijn ziekte ben ik aan bed gekluisterd. Ik moest mijn huis uit vanwege aardbevingsschade. Toen ik na maanden terug mocht naar huis, lieten de verhuizers me achter in mijn bed tussen de ingepakte dozen. Ik werd gek van al die vrijwilligers die me kwamen redden om zichzelf beter te voelen. Ik had het gevoel alsof een deel kwam ‘aapjeskijken’. Ik voelde me op geen enkele manier gelijkwaardig.”
Het sussende toontje, alsof haar hersenen niet functioneerden als gevolg van haar lichamelijke beperking vond ze het ergste. Het zelfvertrouwen van de voorheen flinke Groningse liep een flinke knauw op.
Hoewel vrijwilligerswerk een pleister op de wond kan zijn, kleeft er wel degelijk een risico aan het inzetten van mensen die hun eigen sociale konvooi onvoldoende op orde hebben. Om te voorkomen dat zowel vrijwilligers als de eenzame medemens van de regen in de drup belanden, moet gelijkwaardigheid bij vrijwilligerswerk het uitgangspunt zijn.
Dat vereist goede begeleiding. Vrijwilligers die hun zorgzame ondersteuning op basis van heldere grenzen kunnen afstemmen op de behoefte van de ander, zijn ook beter in staat om gelijkwaardigheid in hun eigen relaties te realiseren. Wethouders, ambtenaren en bestuurders in zorg en welzijn kunnen met een gedegen selectie- en trainingsbeleid het verschil maken. Zo kunnen alle mensen zonder netwerk groeien naar gelijkwaardige contacten. Of ze nu de eenzame medemens óf de vrijwilliger zijn.
Goedbedoelende vrijwilligers maken het probleem regelmatig alleen maar groter en versterken onbedoeld gevoelens van eenzaamheid en verlies, met alle gevolgen van dien. Aan wethouders, ambtenaren en bestuurders van zorg en welzijn de taak om te zorgen dat hun inzet wél een positief effect heeft op zowel het leven van de eenzame als dat van de vrijwilliger.
Janet Turkstra, oprichter van Vraagelkaar
Dit opiniestuk verscheen op 6 oktober 2023 bij Trouw.