‘Ik kijk er iedere week naar uit om te wandelen met Gonnie’

Twee zielen, één gedachte. Zo omschrijft Gonnie (80) het contact tussen haar en Greet (76). Beide dames wonen in Dronten op 10 minuten afstand bij elkaar vandaan en gaan wekelijks wandelen. Eind maart werden ze via Vraagelkaar aan elkaar gekoppeld. Ze kennen elkaar dus nog maar kort en toch voelt het alsof ze elkaar al veel langer kennen. “Vanaf het begin is er een soort vertrouwdheid. Verder heb ik niet zoveel contacten. Greet is voor mij een belangrijk en heel waardevol contact,” zegt Gonnie.

Gonnie vroeg eind maart aan Vraagelkaar of ze kon worden gekoppeld aan iemand om mee te wandelen. Ze kreeg een lijstje met drie suggesties. Ze koos ervoor om Greet te bellen en vanaf het eerste telefoongesprek klikte het tussen de twee. “Tijdens het eerste telefoongesprek bespraken we dingen die je normaal gesproken niet zo snel vertelt. We hebben gelijke interesses en een kind met dezelfde ziekte. Met haar kan ik daar beter over praten dan met anderen. Die niet weten van de hoed en de rand.”

Greet zegt dat het contact met Gonnie haar een fijn gevoel geeft. “Ik kijk er iedere week naar uit om te gaan wandelen met haar. Het is een heel aardige vrouw. Ze is een heerlijke kletskous. We hebben het altijd heel gezellig. Ik voel me heel goed bij haar.”

Ze beschouwt Gonnie al als een vriendin. “Met andere vriendinnen doe ik weer andere dingen. Ik schuif iedere dinsdag aan bij een lunch voor senioren bij cultuurcentrum De Meerpaal in Dronten. Verder doe ik aan bingo. Ik vind het goed zo. Meer contacten hoef ik ook niet. Het contact met Gonnie zie ik als een mooie aanvulling op wat er al was.”

Als er slecht weer wordt voorspeld of als het te heet is, gaan ze niet. Dan drinken ze vaak wel koffie bij elkaar thuis. Als ze wel wandelen dan doen ze eerst een uurtje wandelen, dan ergens een drankje en dan nog een uurtje wandelen.

Dat wandelen doen ze trouwens niet alleen voor de gezelligheid, maar ook voor de gezondheid. “Het is goed voor ons allebei om in beweging te blijven. Zolang we het vol kunnen houden, blijven we het doen. Toen ik Gonnie voor het eerst ontmoette, dacht ik dat ze jonger was. Ze ziet er heel goed uit voor haar leeftijd en is nog heel vitaal. Ik vind het heel goed dat ze nog wekelijks gaat wandelen,” aldus Greet.

Mocht het nodig zijn, dan durven ze wel een beroep elkaar te doen. Hun kinderen en kleinkinderen wonen in de buurt, dus het is eigenlijk niet nodig. “Maar als ik iets zou hebben en er zou niemand zijn die wat voor me zou kunnen doen, dan zou ik haar wel vragen. Ik zou best een beroep op haar willen doen voor een boodschapje of het ophalen van medicijnen bij de apotheek.”

Vergelijkbare berichten